verjaardagsjurk
Columns in Opzij, vrouwenagende 2007
De afdankertjes van mijn oudste zus gingen eerst naar de middelste, dan naar mij, de jongste van het gezin. Maar ik had ook een eigen jurk. Speciaal voor mij gekocht. Lichtgroene kunstzijde met fluwelen linten. Het werd mijn vaste verjaardagsjurk. Ik ben jarig aan het eind van de zomer, het nieuwe schooljaar was begonnen en omdat het warm was, mocht ik zonder jas naar school.
Ik zat in de derde klas, de rode wijnballen voor mijn klasgenoten tikten op elkaar in het snoepblik, het doosje kersenbonbons was voor de juffen en meesters. Na de pauze ging ik met twee vriendinnen de klassen rond. Ook naar de juffrouw van de vierde. Toen ik met mijn traktatie haar lokaal betrad, trok ze heel even een wenkbrauw op: ‘Kind, heb je nou alweer diezelfde jurk aan?’
Ons geheugen is kwetsbaar en taai. Hoe ouder we worden, des te meer we vergeten. Maar al ben ik negentig, het meisje met de kersenbonbons in haar hand tegenover een gniffelende klas kinderen zal me haarscherp bijblijven. Onze herinneringen krimpen met de tijd mee, behalve voorvallen uit het verleden die onze woede hebben opgewekt. Herinneringen aan krenkingen en beledigingen en vernederingen. Ze beklijven in ons geheugen.
Woede krimpt niet maar zet juist uit in de tijd, doordat er weinig mogelijkheid wordt geboden haar te uiten. In tegenstelling tot kwaadheid of boosheid kun je je woede met niemand uitpraten, verbonden als ze is aan die momenten in ons leven, waarin we machteloos staan tegenover wat de buitenwereld ons aandoet. Juist die machteloosheid maakt ons zo opstandig. Omdat woede zich slecht laat kanaliseren, is het een destructieve emotie die de maatschappij moeilijk kan hanteren.
Woede is als een rekening die vereffend moet worden, maar degene bij wie je hem hebt uitstaan is afwezig. Daarom slaat hij naar binnen. Niks berusting en vergeving. Uitdijende geheugenplekken van banale, maar voor ons vernederende voorvallen van jaren terug, waar we nog steeds razend over zijn. Maar is dat niet wat ons menselijk maakt: woede en verzet tegen het lot? Machteloze woede is het punt waar veranderingen kunnen beginnen. Daarom denk ik: woede inspireert.
De afdankertjes van mijn oudste zus gingen eerst naar de middelste, dan naar mij, de jongste van het gezin. Maar ik had ook een eigen jurk. Speciaal voor mij gekocht. Lichtgroene kunstzijde met fluwelen linten. Het werd mijn vaste verjaardagsjurk. Ik ben jarig aan het eind van de zomer, het nieuwe schooljaar was begonnen en omdat het warm was, mocht ik zonder jas naar school.
Ik zat in de derde klas, de rode wijnballen voor mijn klasgenoten tikten op elkaar in het snoepblik, het doosje kersenbonbons was voor de juffen en meesters. Na de pauze ging ik met twee vriendinnen de klassen rond. Ook naar de juffrouw van de vierde. Toen ik met mijn traktatie haar lokaal betrad, trok ze heel even een wenkbrauw op: ‘Kind, heb je nou alweer diezelfde jurk aan?’
Ons geheugen is kwetsbaar en taai. Hoe ouder we worden, des te meer we vergeten. Maar al ben ik negentig, het meisje met de kersenbonbons in haar hand tegenover een gniffelende klas kinderen zal me haarscherp bijblijven. Onze herinneringen krimpen met de tijd mee, behalve voorvallen uit het verleden die onze woede hebben opgewekt. Herinneringen aan krenkingen en beledigingen en vernederingen. Ze beklijven in ons geheugen.
Woede krimpt niet maar zet juist uit in de tijd, doordat er weinig mogelijkheid wordt geboden haar te uiten. In tegenstelling tot kwaadheid of boosheid kun je je woede met niemand uitpraten, verbonden als ze is aan die momenten in ons leven, waarin we machteloos staan tegenover wat de buitenwereld ons aandoet. Juist die machteloosheid maakt ons zo opstandig. Omdat woede zich slecht laat kanaliseren, is het een destructieve emotie die de maatschappij moeilijk kan hanteren.
Woede is als een rekening die vereffend moet worden, maar degene bij wie je hem hebt uitstaan is afwezig. Daarom slaat hij naar binnen. Niks berusting en vergeving. Uitdijende geheugenplekken van banale, maar voor ons vernederende voorvallen van jaren terug, waar we nog steeds razend over zijn. Maar is dat niet wat ons menselijk maakt: woede en verzet tegen het lot? Machteloze woede is het punt waar veranderingen kunnen beginnen. Daarom denk ik: woede inspireert.