Leven En DOOD
De Telegraaf, 29 feb 2016 (Lies Schut)
De godin van de liefde, de schoonheid en de seksualiteit, Aphrodite, ontstond uit ’de vlokken van de zee’. Een Grieks eiland, de zee, warmte, hartstocht, het leven en de tegenpool daarvan, de dood , vormen ook het uitgangspunt van de nieuwe roman van Ingrid Hoogervorst, Zeeschuim. Terwijl de ene jonge vrouw op een eiland gepassioneerd de liefde bedrijft en zwanger raakt, verliest een ander haar vrucht, en sterft.
Mythische ingrediënten mixt Hoogervorst met aardse zaken als (modern) moederschap, getroebleerde man-vrouw relaties en het omgaan met verdriet. De verbintenis tussen David, een gesjeesde filosofiestudent en nu kunstenaar, en zijn vriendin Noa, docente op een gymnasium staat onder druk na de geboorte van hun eerste kind. Een werkvakantie in het broeierige zuiden van de Verenigde Staten doet hun verbintenis geen goed. Hun zielsverwantschap van ’voor de geboorte’ lijkt voorbij.
Parallel aan hun verstoorde levens, loopt dat van Roos Feenstra, tweelingzus van de jonge vrouw die overleed aan de gevolgen van de miskraam op het Griekse eiland waar ook David en Noa destijds verbleven. De ooit symbiotische zusterband dwingt haar terug te gaan naar Griekenland om de laatste dagen van haar zusje te reconstrueren. Om haar pijn te verwerken schrijft ze brieven aan Noa.
Verlies verbindt de twee vrouwen, en ook de vraag hoe met levensveranderende trauma’s om te gaan. ,,Laat me schrijven, anders word ik gek”, zegt Roos. Noa, daarentegen, vindt juist dat het de tijd is die helend werkt.
Het is alsof Hoogervorst hier in debat gaat met zichzelf. In haar vorige boek, het autobiografische Privédomein, hielpen beide bij de verwerking van een beëindigde liefde.
Zeeschuim is een doordacht geconstrueerde roman over liefde, het verlangen op te gaan in de ander en het mislukken daarvan, met vooral een ijzersterk begin. Poëtisch en dwingend zet Hoogervorst, als in een Griekse tragedie, haar ’dramatis personae’ neer. Dat het vervolgens alledaagser wordt is jammer, maar de schrijfster revancheert zich met een donderend slotakkoord waarin einde en begin, leven en dood onverbrekelijk verbonden zijn.
Lies Schut
Mythische ingrediënten mixt Hoogervorst met aardse zaken als (modern) moederschap, getroebleerde man-vrouw relaties en het omgaan met verdriet. De verbintenis tussen David, een gesjeesde filosofiestudent en nu kunstenaar, en zijn vriendin Noa, docente op een gymnasium staat onder druk na de geboorte van hun eerste kind. Een werkvakantie in het broeierige zuiden van de Verenigde Staten doet hun verbintenis geen goed. Hun zielsverwantschap van ’voor de geboorte’ lijkt voorbij.
Parallel aan hun verstoorde levens, loopt dat van Roos Feenstra, tweelingzus van de jonge vrouw die overleed aan de gevolgen van de miskraam op het Griekse eiland waar ook David en Noa destijds verbleven. De ooit symbiotische zusterband dwingt haar terug te gaan naar Griekenland om de laatste dagen van haar zusje te reconstrueren. Om haar pijn te verwerken schrijft ze brieven aan Noa.
Verlies verbindt de twee vrouwen, en ook de vraag hoe met levensveranderende trauma’s om te gaan. ,,Laat me schrijven, anders word ik gek”, zegt Roos. Noa, daarentegen, vindt juist dat het de tijd is die helend werkt.
Het is alsof Hoogervorst hier in debat gaat met zichzelf. In haar vorige boek, het autobiografische Privédomein, hielpen beide bij de verwerking van een beëindigde liefde.
Zeeschuim is een doordacht geconstrueerde roman over liefde, het verlangen op te gaan in de ander en het mislukken daarvan, met vooral een ijzersterk begin. Poëtisch en dwingend zet Hoogervorst, als in een Griekse tragedie, haar ’dramatis personae’ neer. Dat het vervolgens alledaagser wordt is jammer, maar de schrijfster revancheert zich met een donderend slotakkoord waarin einde en begin, leven en dood onverbrekelijk verbonden zijn.
Lies Schut