EEUWIG ONBEHAGEN

Iedere vrouw wil altijd mooi en jong blijven. Als dat niet lukt – en het lukt niemand – is mooi-doen een bruikbaar alternatief. Maar niet voor de camera. Het oog van de camera is meedogenloos.
In: Magazine van Sociëteit De Kring Nr 1 Jan-Febr 2016
In: Magazine van Sociëteit De Kring Nr 1 Jan-Febr 2016
Iedere vrouw wil altijd mooi en jong blijven. Als dat niet lukt – en het lukt niemand – is mooi-doen een bruikbaar alternatief. Maar niet voor de camera. Het oog van de camera is meedogenloos.
Door: Ingrid Hoogervorst
Jong en mooi zijn. En blijven. Wie wil het niet? Ik wel en u ook.
Nou… neu? U hoeft geen schaamte weg te wuiven bij het praten over ouder worden? U praat er nooit overheen, over uw eigen geestelijke en lichamelijke aftakeling?
Ik denk dat u jokt.
De oudere mens staat niet in hoog aanzien. Ouderdom biedt vaak aanleiding tot allerlei vormen van discriminatie. Op zekere leeftijd komt u daar vanzelf achter. Dit wordt dus geen lofzang op rijping, wijsheid, innerlijke schoonheid of wat er allemaal voor moois in de rimpels van onze zestigste verjaardag ligt te wachten. Liever gok ik op eeuwig jong.
Net als de vijf chic geklede en overvloedig opgemaakte Amerikaanse vrouwen in de video-installatie Forever van de kunstenares Julika Rudelius. Mooi gekleed houden ze zich op aan de rand van hun zwembad, flaneren door de tuin of vlijen zich in een ligstoel. Het zouden voormalige fotomodellen of mannequins kunnen zijn. Jong zijn ze niet meer, het zijn vrouwen van ver boven de zeventig, ze hebben hun wangen glad laten trekken, hun halzen laten liften.
Wat een lef. Gefascineerd zit ik te kijken.
In twee schermen wisselen de beelden elkaar af. Hun glanzende uiterlijk. Als gemummificeerde schoonheidsidealen bewegen ze zich tegen de achtergrond van hun luxueuze villa’s. Rudelius laat ze ieder afzonderlijk voor de camera vertellen hoe ze zichzelf zien, wat zij belangrijk vinden in het leven, wat hun gelukkig maakt. Ik voel me geen zeventig, zegt een van hen, en ik gedraag me veel jonger. Het draait niet om mooi zijn, zegt een ander. Iedere dag gelukkig zijn helpt. Ik weet niet of ik mooi ben, zegt een vrouw in een knalblauw mantelpak. Schoonheid is in the eye of the beholder. Toch is innerlijke schoonheid het belangrijkst, beweert een dame in haar ligstoel. Die innerlijke schoonheid wordt dan wel weer door het uiterlijk gereflecteerd, voegt ze eraan toe.
Onbereikbaar
Huh…? Het beeld kantelt. De vraag wat deze oudere vrouwen in Forever werkelijk gelukkig maakt, wordt zwijgend gesteld en door ons beantwoord. Rudelius kanttekening bij de doorgeschoten idealen van mooi en jong zit hem in het feit dat de vrouwen niet ons, de kijker, maar zichzelf ervan proberen te overtuigen. En daar niet in slagen. Hilarisch én schrijnend. Iedere vrouw weet immers dat een mooi en sexy uiterlijk op de eerste plaats komt. En dan intelligentie, onafhankelijkheid en strijdbaarheid. Die ingrediënten bepalen het beeld van de ideale vrouw.
Ze worden belichaamd door een handjevol dames in mode of film, daarbuiten lopen er vast ook wel een paar rond, maar voor de gewone sterveling zal het een even verlokkend als onbereikbaar schoonheidsideaal blijven. De schaarste van het goed verhoogt juist de aantrekkelijkheid. In dezelfde tijd dat de bewoners in de Westerse wereld steeds dikker worden, zakten de perfecte vrouwenmaten 90-60-90 naar de meer androgyne verhouding van 80-60-85.
De glossy’s komen hun lezeressen tegemoet met fysieke en mentale strategieën, stappenplannen op weg naar het uiterlijk van stijliconen als Kate Moss, Gisele Bundchen, Cate Blanchett, Scarlett Johansson, Sarah Jessica Parker. In iedere Amerikaanse film zit wel zo’n supervrouw. Hun uiterlijke kenmerken staan op de vrouwelijke wensenlijsten van de plastisch chirurgen in Beverly Hills: de ogen van Katie Holmes, de lippen van Angelina Jolie en het lichaam van Jessica Biel. De meest gevraagde nieuwe neus is die van Katherine Heigl uit Grey's Anatomy. De kaak van Keira Knightley scoort het hoogst en de huid van Paris Hilton is favoriet.
Mannelijk ideaal
Van wie moeten we dit? Van elkaar toch zeker. In ieder geval niet van de mannen. Uit een enquête gehouden onder 66.000 mannelijke deelnemers aan een top dating site kwam geen Nicole Kidman. Wat mannen het liefst in hun bed aantreffen, is een blauwogige blondine die flink aan de maat is, lekker kan vrijen en niet te veel verdient, tenminste niet veel meer dan de mannen zelf maandelijks binnenbrengen.
Toen de schrijver Philip Roth zijn Consuela Castillo bedacht, had hij zeker geen Penélope Cruz voor ogen. In tegenstelling tot de film Elegy die op zijn roman The dying animal (2001) is gebaseerd, valt zíjn David Kepesh voor een forse Cubaanse met de schitterendste borsten die hij ooit van zijn leven heeft gezien: ‘Ze heeft een cup D, deze hertogin, werkelijk grote, prachtige borsten. Van het type met een tepel als een schoteltje. Geen tepel als een koeienspeen, maar de grote, lichtrozigbruine tepel die zo heerlijk opwindend is.'*
Consuela wordt beschreven als een jonge vrouw in een ietwat te krap lichaam. ‘Wat je ziet is vrouwelijk vlees, goed vlees, in overvloed – dáárom zie je het ook.’ Ik kan het niet bewijzen maar geloof dat zijn erotische heldin het ideaal van veel mannen dicht nadert. Ook al laat Hollywood ons – de bioscoopzaal zat vol vrouwen – liever zwijmelen bij Penélope Cruz, die voor haar rol in de film Volver van de Spaanse regisseur Almodóvar een kussen omgebonden kreeg omdat hij haar kont veel te mager vond.
Anorexiapatiënten
Aanlokkelijk maar in zijn onbereikbaarheid ook dubieus, het mooie en sexy uiterlijk dat glossy’s, televisie, internet, film en reclame tot vrouwenideaal hebben verheven. Om ons aan te moedigen tonen ze dat ook de iconen ermee worstelen, met die androgyne maten. Stijlicoon Nicole Richie vocht, kwam met hulp van een personal trainer zienderogen slanker boven. Ex-fotomodel Tyra Banks bouwde er zelfs een eigen talkshow omheen. Het schoonheidsideaal maakt van pubers wezenloze anorexiapatiënten. Niemand die er iets aandoet.
Jong doen? Met een uitgestreken gezicht dat grondig was gebotoxt stelde een ex-mannequin de vraag bij omroep MAX. Nee zeg, jokte ze. Voor wie doe je dat dan?
De onderlinge concurrentie begint al jong. Mijn dochter reageerde als door een wesp gestoken, toen ik haar de foto van haar Poolse leeftijdgenoot in haar glanzend groen badpak uit de serie portretten die Rineke Dijkstra maakte van jonge mensen op het strand liet zien.* Spits gezicht, knokige knieën, de smalle heup gekanteld kijkt ze je onwennig aan - nog geen spoor van borsten. Het meisje houdt haar hoofd een beetje schuin. Tegen de achtergrond van een grijsgroene zee staat ze ten voeten uit. Er plakt nat zand aan die voeten.
Ze heeft zo lang moeten poseren, dat haar lichaam onwillekeurig de uitdagende pose heeft opgegeven en gedachteloos is scheefgezakt. De rechterarm bungelt langs haar heup, de linker rust op een dij. Weergaloze foto. Kijk! Mijn dochter vervulde het strandportret met weerzin. Getver, wat een griezelig kind! Ze kijkt liever naar de uit tijdschriften geknipte plaatsjes op de wand boven haar bed: meiden met de zelfgekozen houding van de pin-up girl.
Beklemming
Dijkstra is ook een beeldkunstenaar. De unieke eigenschap van kunst is dat ze wat gewoon is, vreemd kan maken. Door de werkelijkheid in een ander, nieuw licht te stellen, treedt er iets naar voren dat anders onzichtbaar was gebleven. De strandportretten laten zien wat strandkiekjes doorgaans verborgen houden: hoe kwetsbaar pubers zijn. Om dat te bereiken zet ze haar modellen zonder attributen tegen een egale achtergrond, met als enig houvast het zand onder hun voeten.
Het landschap, de lucht, de zee, het strand - ze zijn teruggebracht tot één kleur. Niets leidt onze blik af. Doordat alle aandacht van de kijker zich richt op de frontaal geportretteerde, verhevigt wat de jongens en meisjes onwillekeurig uitstralen: eenzelvigheid, twijfel over de eigen verschijning. In felle, kunstmatige belichting vangt Dijkstra de jongeren op dat enige, juiste moment, waarop ze hun gekunstelde pose laten varen en terugvallen in een natuurlijke houding. Het moment waarop de onzekere tiener door de stoere en kokette poses heen breekt. Hun wankele zelfbewustzijn wordt daarmee het onderwerp van de foto en in dat licht krijgt kleding, oogopslag of houding een andere betekenis.
Ik snap de weerzin van mijn tienerdochter. Ook ik voel beklemming bij het zien van Dijkstra‘s strandportretten. Alsof ze je in het hoofd en hart van de jongens en meisjes laat kijken. En wat je ziet, is herkenbaar, hartveroverend, maar ze kijken ook terug. Onder hun blikken voel je je ongemakkelijk. Je vraagt je af of de meisjes en jongens wel willen dat je hun kwetsbaarheid ziet en dat maakt je ongewild tot een voyeur - je ziet immers wat de schuchtere modellen proberen te verdoezelen.
Hetzelfde onthutsende effect hebben de beelden van de gemummificeerde vrouwen in Forever. De zorgvuldig geschapen illusie van hun gekozen leeftijd wordt nergens aangetast, de filmmaakster blijft met haar camera op gepaste afstand, ze gunt ze hun fifteen minutes of fame. Voor altijd zo jong als ze toen waren, met de geconserveerde belofte van de toekomst. Het meedogenloze oog van de camera registreerde hun credo. Een mooi en sexy uiterlijk is het vereiste, ongeacht leeftijd. Juist door hun ontkenning leggen de beelden hun vergeefse strijd tegen het verval bloot.
Mooi-doen
Misschien kunnen we ons beter wat minder op elkaar en op het stroomlijnen van ons lichaam richten en wat meer op de wensen van de mannen, zij hadden altijd al een realistischer kijk op de kwestie. In de zekerheid dat ons streven naar mooi en slank tot eeuwig onbehagen, wanhopig lijnen en ontevredenheid aan zijn ontbijttafel leidt, liggen zijn wensen een stuk minder gecompliceerd. Hij wil een lekker wijf in zijn bed. En rust en vrede in zijn huis.
Het zou veel vrouwenlevens verlichten. Maar ach, niemand die eraan begint. Een vrouw wil mooi zijn en gloriëren, ook al is het niet altijd op te brengen. Gelijk heeft ze. En als het niet lukt, is mooi-doen een lucratieve vervanger. Zelfverzekerde schoonheid strooit zand in de ogen van de tegenstrevers. Alleen nooit in het oog van de camera.
Door: Ingrid Hoogervorst
Jong en mooi zijn. En blijven. Wie wil het niet? Ik wel en u ook.
Nou… neu? U hoeft geen schaamte weg te wuiven bij het praten over ouder worden? U praat er nooit overheen, over uw eigen geestelijke en lichamelijke aftakeling?
Ik denk dat u jokt.
De oudere mens staat niet in hoog aanzien. Ouderdom biedt vaak aanleiding tot allerlei vormen van discriminatie. Op zekere leeftijd komt u daar vanzelf achter. Dit wordt dus geen lofzang op rijping, wijsheid, innerlijke schoonheid of wat er allemaal voor moois in de rimpels van onze zestigste verjaardag ligt te wachten. Liever gok ik op eeuwig jong.
Net als de vijf chic geklede en overvloedig opgemaakte Amerikaanse vrouwen in de video-installatie Forever van de kunstenares Julika Rudelius. Mooi gekleed houden ze zich op aan de rand van hun zwembad, flaneren door de tuin of vlijen zich in een ligstoel. Het zouden voormalige fotomodellen of mannequins kunnen zijn. Jong zijn ze niet meer, het zijn vrouwen van ver boven de zeventig, ze hebben hun wangen glad laten trekken, hun halzen laten liften.
Wat een lef. Gefascineerd zit ik te kijken.
In twee schermen wisselen de beelden elkaar af. Hun glanzende uiterlijk. Als gemummificeerde schoonheidsidealen bewegen ze zich tegen de achtergrond van hun luxueuze villa’s. Rudelius laat ze ieder afzonderlijk voor de camera vertellen hoe ze zichzelf zien, wat zij belangrijk vinden in het leven, wat hun gelukkig maakt. Ik voel me geen zeventig, zegt een van hen, en ik gedraag me veel jonger. Het draait niet om mooi zijn, zegt een ander. Iedere dag gelukkig zijn helpt. Ik weet niet of ik mooi ben, zegt een vrouw in een knalblauw mantelpak. Schoonheid is in the eye of the beholder. Toch is innerlijke schoonheid het belangrijkst, beweert een dame in haar ligstoel. Die innerlijke schoonheid wordt dan wel weer door het uiterlijk gereflecteerd, voegt ze eraan toe.
Onbereikbaar
Huh…? Het beeld kantelt. De vraag wat deze oudere vrouwen in Forever werkelijk gelukkig maakt, wordt zwijgend gesteld en door ons beantwoord. Rudelius kanttekening bij de doorgeschoten idealen van mooi en jong zit hem in het feit dat de vrouwen niet ons, de kijker, maar zichzelf ervan proberen te overtuigen. En daar niet in slagen. Hilarisch én schrijnend. Iedere vrouw weet immers dat een mooi en sexy uiterlijk op de eerste plaats komt. En dan intelligentie, onafhankelijkheid en strijdbaarheid. Die ingrediënten bepalen het beeld van de ideale vrouw.
Ze worden belichaamd door een handjevol dames in mode of film, daarbuiten lopen er vast ook wel een paar rond, maar voor de gewone sterveling zal het een even verlokkend als onbereikbaar schoonheidsideaal blijven. De schaarste van het goed verhoogt juist de aantrekkelijkheid. In dezelfde tijd dat de bewoners in de Westerse wereld steeds dikker worden, zakten de perfecte vrouwenmaten 90-60-90 naar de meer androgyne verhouding van 80-60-85.
De glossy’s komen hun lezeressen tegemoet met fysieke en mentale strategieën, stappenplannen op weg naar het uiterlijk van stijliconen als Kate Moss, Gisele Bundchen, Cate Blanchett, Scarlett Johansson, Sarah Jessica Parker. In iedere Amerikaanse film zit wel zo’n supervrouw. Hun uiterlijke kenmerken staan op de vrouwelijke wensenlijsten van de plastisch chirurgen in Beverly Hills: de ogen van Katie Holmes, de lippen van Angelina Jolie en het lichaam van Jessica Biel. De meest gevraagde nieuwe neus is die van Katherine Heigl uit Grey's Anatomy. De kaak van Keira Knightley scoort het hoogst en de huid van Paris Hilton is favoriet.
Mannelijk ideaal
Van wie moeten we dit? Van elkaar toch zeker. In ieder geval niet van de mannen. Uit een enquête gehouden onder 66.000 mannelijke deelnemers aan een top dating site kwam geen Nicole Kidman. Wat mannen het liefst in hun bed aantreffen, is een blauwogige blondine die flink aan de maat is, lekker kan vrijen en niet te veel verdient, tenminste niet veel meer dan de mannen zelf maandelijks binnenbrengen.
Toen de schrijver Philip Roth zijn Consuela Castillo bedacht, had hij zeker geen Penélope Cruz voor ogen. In tegenstelling tot de film Elegy die op zijn roman The dying animal (2001) is gebaseerd, valt zíjn David Kepesh voor een forse Cubaanse met de schitterendste borsten die hij ooit van zijn leven heeft gezien: ‘Ze heeft een cup D, deze hertogin, werkelijk grote, prachtige borsten. Van het type met een tepel als een schoteltje. Geen tepel als een koeienspeen, maar de grote, lichtrozigbruine tepel die zo heerlijk opwindend is.'*
Consuela wordt beschreven als een jonge vrouw in een ietwat te krap lichaam. ‘Wat je ziet is vrouwelijk vlees, goed vlees, in overvloed – dáárom zie je het ook.’ Ik kan het niet bewijzen maar geloof dat zijn erotische heldin het ideaal van veel mannen dicht nadert. Ook al laat Hollywood ons – de bioscoopzaal zat vol vrouwen – liever zwijmelen bij Penélope Cruz, die voor haar rol in de film Volver van de Spaanse regisseur Almodóvar een kussen omgebonden kreeg omdat hij haar kont veel te mager vond.
Anorexiapatiënten
Aanlokkelijk maar in zijn onbereikbaarheid ook dubieus, het mooie en sexy uiterlijk dat glossy’s, televisie, internet, film en reclame tot vrouwenideaal hebben verheven. Om ons aan te moedigen tonen ze dat ook de iconen ermee worstelen, met die androgyne maten. Stijlicoon Nicole Richie vocht, kwam met hulp van een personal trainer zienderogen slanker boven. Ex-fotomodel Tyra Banks bouwde er zelfs een eigen talkshow omheen. Het schoonheidsideaal maakt van pubers wezenloze anorexiapatiënten. Niemand die er iets aandoet.
Jong doen? Met een uitgestreken gezicht dat grondig was gebotoxt stelde een ex-mannequin de vraag bij omroep MAX. Nee zeg, jokte ze. Voor wie doe je dat dan?
De onderlinge concurrentie begint al jong. Mijn dochter reageerde als door een wesp gestoken, toen ik haar de foto van haar Poolse leeftijdgenoot in haar glanzend groen badpak uit de serie portretten die Rineke Dijkstra maakte van jonge mensen op het strand liet zien.* Spits gezicht, knokige knieën, de smalle heup gekanteld kijkt ze je onwennig aan - nog geen spoor van borsten. Het meisje houdt haar hoofd een beetje schuin. Tegen de achtergrond van een grijsgroene zee staat ze ten voeten uit. Er plakt nat zand aan die voeten.
Ze heeft zo lang moeten poseren, dat haar lichaam onwillekeurig de uitdagende pose heeft opgegeven en gedachteloos is scheefgezakt. De rechterarm bungelt langs haar heup, de linker rust op een dij. Weergaloze foto. Kijk! Mijn dochter vervulde het strandportret met weerzin. Getver, wat een griezelig kind! Ze kijkt liever naar de uit tijdschriften geknipte plaatsjes op de wand boven haar bed: meiden met de zelfgekozen houding van de pin-up girl.
Beklemming
Dijkstra is ook een beeldkunstenaar. De unieke eigenschap van kunst is dat ze wat gewoon is, vreemd kan maken. Door de werkelijkheid in een ander, nieuw licht te stellen, treedt er iets naar voren dat anders onzichtbaar was gebleven. De strandportretten laten zien wat strandkiekjes doorgaans verborgen houden: hoe kwetsbaar pubers zijn. Om dat te bereiken zet ze haar modellen zonder attributen tegen een egale achtergrond, met als enig houvast het zand onder hun voeten.
Het landschap, de lucht, de zee, het strand - ze zijn teruggebracht tot één kleur. Niets leidt onze blik af. Doordat alle aandacht van de kijker zich richt op de frontaal geportretteerde, verhevigt wat de jongens en meisjes onwillekeurig uitstralen: eenzelvigheid, twijfel over de eigen verschijning. In felle, kunstmatige belichting vangt Dijkstra de jongeren op dat enige, juiste moment, waarop ze hun gekunstelde pose laten varen en terugvallen in een natuurlijke houding. Het moment waarop de onzekere tiener door de stoere en kokette poses heen breekt. Hun wankele zelfbewustzijn wordt daarmee het onderwerp van de foto en in dat licht krijgt kleding, oogopslag of houding een andere betekenis.
Ik snap de weerzin van mijn tienerdochter. Ook ik voel beklemming bij het zien van Dijkstra‘s strandportretten. Alsof ze je in het hoofd en hart van de jongens en meisjes laat kijken. En wat je ziet, is herkenbaar, hartveroverend, maar ze kijken ook terug. Onder hun blikken voel je je ongemakkelijk. Je vraagt je af of de meisjes en jongens wel willen dat je hun kwetsbaarheid ziet en dat maakt je ongewild tot een voyeur - je ziet immers wat de schuchtere modellen proberen te verdoezelen.
Hetzelfde onthutsende effect hebben de beelden van de gemummificeerde vrouwen in Forever. De zorgvuldig geschapen illusie van hun gekozen leeftijd wordt nergens aangetast, de filmmaakster blijft met haar camera op gepaste afstand, ze gunt ze hun fifteen minutes of fame. Voor altijd zo jong als ze toen waren, met de geconserveerde belofte van de toekomst. Het meedogenloze oog van de camera registreerde hun credo. Een mooi en sexy uiterlijk is het vereiste, ongeacht leeftijd. Juist door hun ontkenning leggen de beelden hun vergeefse strijd tegen het verval bloot.
Mooi-doen
Misschien kunnen we ons beter wat minder op elkaar en op het stroomlijnen van ons lichaam richten en wat meer op de wensen van de mannen, zij hadden altijd al een realistischer kijk op de kwestie. In de zekerheid dat ons streven naar mooi en slank tot eeuwig onbehagen, wanhopig lijnen en ontevredenheid aan zijn ontbijttafel leidt, liggen zijn wensen een stuk minder gecompliceerd. Hij wil een lekker wijf in zijn bed. En rust en vrede in zijn huis.
Het zou veel vrouwenlevens verlichten. Maar ach, niemand die eraan begint. Een vrouw wil mooi zijn en gloriëren, ook al is het niet altijd op te brengen. Gelijk heeft ze. En als het niet lukt, is mooi-doen een lucratieve vervanger. Zelfverzekerde schoonheid strooit zand in de ogen van de tegenstrevers. Alleen nooit in het oog van de camera.
* Philip Roth, Een stervend dier. Vertaling Ko Kooman (De Bezige Bij, 2008)
* Rineke Dijkstra, Kolobrzeg, Poland, 26 july 1992
* Forever, Julika Rudelius, 2006 Duur: 16’52, www.rudelius.org
* Rineke Dijkstra, Kolobrzeg, Poland, 26 july 1992
* Forever, Julika Rudelius, 2006 Duur: 16’52, www.rudelius.org