De ideale vrouw is een mannending
mannending.zip | |
File Size: | 1621 kb |
File Type: | zip |
Vrouwen hebben zich eeuwenlang gedragen naar de wensen van de man. Maar tegenwoordig kiezen ze hun eigen ideaalbeeld: een onhaalbare combinatie van schoonheid, onoverwinnelijkheid en toegewijd moederschap. Dan hebben mannen een realistischer kijk op de zaak.
door Ingrid Hoogervorst in: HP/ De Tijd, 20 februari 2009
Beeldschoon uiterlijk, sexy uitstraling. Dat zijn naast intelligentie, onafhankelijkheid en strijdbaarheid, de ingrediënten voor de ideale vrouw. Ze worden belichaamd door een handjevol dames in mode of film en daarbuiten lopen er vast ook wel een paar rond, maar voor de gewone sterveling zal het een even verlokkend als onbereikbaar ideaal blijven.
De schaarste van het goed verhoogt de aantrekkelijkheid. In dezelfde tijd dat de bewoners in het Westerse wereld steeds dikker worden, zakten de perfecte vrouwenmaten 90-60-90 naar de meer androgyne verhouding van 85-65-85. De glossy’s komen hun lezeressen tegemoet met fysieke en mentale strategieën, stappenplannen op weg naar het uiterlijk van stijliconen als Kate Moss, Gisele Bundchen of Cate Blanchett, Scarlett Johansson, Sarah Jessica Parker. In iedere Amerikaanse film zit wel zo’n supervrouw. Hun uiterlijke kenmerken staan op de vrouwelijke wensenlijsten van de plastisch chirurgen in Beverly Hills: de ogen van Katie Holmes, de lippen van Angelina Jolie en het lichaam van Jessica Biel. De meest gevraagde nieuwe neus is die van Katherine Heigl uit Grey’s Anatomy. De kaak van Keira Knightley scoort het hoogst en de huid van Paris Hilton is favoriet.
Om vrouwen een hart onder de riem te steken laten de glossy’s iedere week zien dat ook de iconen worstelen, met die ideale androgyne maten. Ex-fotomodel Tyra Banks bouwde er een eigen talkshow omheen. Nicole Richie vocht, kwam met hulp van een personal trainer zienderogen slanker boven en kon voor jonge lezeressen, ondanks speculaties dat ze aan anorexia zou lijden, uitgroeien tot stijlicoon nummer 1.
Van wie moeten vrouwen dit? Van elkaar toch zeker. Ze doen het in ieder geval niet voor de mannen. De masculiene reacties op de hypergestileerde rolmodellen luidt naar mijn ervaring steevast: ‘Mooi?! Hoe komen jullie erbij? Gratenkutten, confectiehoofden, geen tieten, geen kont.’ Uit een enquête gehouden onder 66.000 mannelijke klanten van een topdatingsite kwam ook geen Nicole Kidman, maar een blauwogige blondine die flink aan de maat was, goed was in bed en niet te veel verdiende, tenminste niet veel meer dan de mannen zelf maandelijks binnenbrachten.
Toen Philip Roth zijn Consuela Castillo bedacht, had de schrijver zeker geen Penélope Cruz voor ogen. In tegenstelling tot de film (Elegy, 2008) valt zíjn David Kepesh voor een forse Cubaanse met de schitterendste borsten die hij ooit van zijn leven heeft gezien: “Ze heeft een cup D, deze hertogin, werkelijk grote, prachtige borsten. Van het type met een tepel als een schoteltje. Geen tepel als een koeienspeen, maar de grote, lichtrozigbruine tepel die zo heerlijk opwindend is”.
In The dying animal (2001) wordt Consuela beschreven als een jonge vrouw in een ietwat te krap lichaam. “Het is net alsof dat lichaam haar niet helemaal past. Niet omdat ze te dik zou zijn. Maar ze is allesbehalve een anorectisch type. Wat je ziet is vrouwelijk vlees, goed vlees, in overvloed – dáárom zie je het ook.”
Nu kan ik het niet bewijzen, maar ik geloof dat dat Roths erotische heldin het ideaal van veel mannen dicht nadert. Maar Hollywood laat ons – de bioscoopzaal zat vol vrouwen -liever verlustigen aan Penélope Cruz die notabene voor haar rol in de film Volver (2006) van de Spaanse regisseur Almodóvar een kussen omgebonden kreeg omdat hij haar veel te mager vond.
Er gaapt een diep ravijn tussen wat vrouwen zich wensen en wat mannen het liefst in hun bed aantreffen. Dat de zaak nog niet zo lang geleden heel anders lag, is te zien op de tentoonstelling De ideale vrouw die tot 3 mei loopt in het Noordbrabants Museum.
Tot in de jaren vijftig werd het ideaalbeeld van de vrouw bepaald door het wensenpakket van de man. Hij zocht een perfecte huisvrouw en een toegewijd moeder voor zijn kinderen – zeg de type echtgenote die Julianne Moore speelt in de film Far From Heaven. Zij steunde hem, hield haar huis schoon, zette haar gezin gezonde maaltijden voor en kleedde zich aantrekkelijk maar niet al te opzichtig. Schoonheid kwam op de tweede plaats.
Om haar biologische bestemming naar tevredenheid uit te voeren, was een mooi en sexy uiterlijk geen direct vereiste. Het waren de innerlijke deugden als kuisheid, trouw, huiselijkheid, ijver, soberheid of vroomheid die een harmonisch huwelijk garandeerden, waarin de vrouw ondergeschikt was aan haar man en hem gehoorzaamde. En net als tegenwoordig stonden vrouwen voorbeelden ter beschikking waaraan ze zich konden spiegelen.
Naast schilderijen en prenten van zachtmoedige, zogende en spinnende huismoeders toont de tentoonstelling afbeeldingen van heldinnen uit de Bijbel en de klassieke Oudheid die als iconen in opvoedkundige boeken en op huisraad werden afgebeeld. Zo werd eeuwenlang het verhaal van Rebekka aangehaald als het ging om huwelijkstrouw, stonden Sara, Elisabet, Maria of haar moeder Anna voor de modelmoeder en werden in de 16de eeuw Suzanna-kruiken gemaakt en verkocht, als toonbeeld van deugdzaamheid en kuisheid.
Eva was de moeder aller moeders. Maar zij is ook de eerste vrouw ter wereld die de man tot het kwaad verleidde en vervolgens tot inkeer kwam. Die rol vormde aanleiding tot een ander soort heldin, de tot inkeer gebrachte zondares, die met Maria Magdalena haar beroemdste toonbeeld van vrome boetvaardigheid kreeg.
Ingewikkelder lag het met populaire heldinnen als Cleopatra, Delila, Judith of Jaël. In al die verhalen waarin een vrouw de hoofdrol speelde, wist zij een beroemde man met koelbloedige list ten val te brengen. Delila knipte Simsons haren af waarna hij aan de Filistijnen is overgeleverd, Judith redde haar volk door de vijandelijke Holofernes in zijn slaap te onthoofden, Jaël dreef legeraanvoerder Sisera een pin door de slaap en Cleopatra ging de geschiedenis in als de superverleidster die Rome op de rand van de afgrond bracht.
Het Kunstschrift over ideale Vrouwen dat de tentoonstelling begeleidt, gaat uitgebreid in op die dubbelzinnige rol van de klassieke en bijbelse femme fatales die eindeloos stof voor schilderijen, gedichten, films, verhalen, opera’s en toneelstukken hebben geboden. Hun vindingrijkheid maakten ze tot voorbeelden van vrouwelijke heldenmoed, maar hun verleidingskracht was aanleiding tot waarschuwing. Schoonheid is verraderlijk. Te veel hang naar uiterlijk vertoon werd in de voorlichtende teksten dan ook vaak beschouwd als het werk van de duivel.
De opvoeders moesten schipperen. Als de machtige man die ze ten val brachten een slechterik was, dan werd hun daad moreel verantwoord beschouwd. Dan stond hun oogverblindende schoonheid slechts als instrument in dienst van God.
Een uitleg die schilders gelegenheid bood tot het onbestraft schilderen van blote vrouwen. Verhalen over Susanna, Danaë en Bathseba hadden dan ook een lange schilderkunstige traditie en waren bij uitstek het terrein waarop met grote voorgangers kon worden gewedijverd. Het schilderen van de schoonheid die zelfs Zeus of koning David van zijn stuk bracht, dát was een meesterproef. Volgens kunsthistoricus Eric Jan Sluijter die een boek schreef over Rembrandt en het vrouwelijk naakt, werd de Hollandse meesterschilder uitgedaagd de toeschouwer nog meer dan zijn voorgangers bij de innerlijke toestand van de vrouwen te betrekken. Niet met grote gebaren of veel attributen, maar door al die opsmuk weg te laten en zich helemaal te concentreren op de levensechte naaktheid en de subtiele gelaatsuitdrukkingen van de vrouwen.
Geconfronteerd met hun bijna lijfelijke aanwezigheid voelde de mannelijke kijker zich een voyeur. Hij wordt zelf koning David die de badende Bathseba bespiedt of een ouderling die zich in het struikgewas verlustigt aan Susanna. De ouderlingen moesten hun gegluur met de dood bekopen, maar de calvinistische kunstliefhebber gaat vrijuit.
Dat wij tegenwoordig bij de ideale vrouw meteen aan schoonheid denken, heeft alles te maken met de feminisering van de maatschappij. De geëmancipeerde vrouw trad uit het harnas van haar biologische bestemming, ze kon zelf kiezen en eigenschappen prefereren die niet direct in verband stonden met succesvol baren en het grootbrengen van kinderen.
Glossy’s, televisie, internet, film en reclame namen het wensenpakket van de man over. Zo werd een mooi en sexy uiterlijk tot een typisch twintigste-eeuws ideaal verheven. Aanlokkelijk maar in zijn onbereikbaarheid ook dubieus.
Wandelend over de bovenverdieping van de tentoonstelling valt op dat juist vrouwelijke videokunstenaars die ambivalentie blootleggen. Met verstilde beelden van wezenloze anorexiapatiënten in Wild Zone1 (2001) van de tweelingzusjes L.A. Raeven of een portret van een vrouw die gebukt gaat onder onzekerheid over haar uiterlijk in To date (1998) van Simone Wyss.
Het overtuigendst wordt de kritiek op de doorgeschoten idealen van mooi, jong, sterk, spannend en verleidelijk zichtbaar gemaakt in Forever (2006) van Julika Rudelius. Zij laat vijf goedgeklede en overvloedig opgemaakte Amerikaanse vrouwen van ver boven de zestig vertellen hoe ze zichzelf zien. Met hun gladgetrokken huid en glanzend uiterlijk staan ze als gemummificeerde schoonheidsidealen tegen de achtergrond van een luxueuze villa met zwembad.
De vraag wat hen gelukkig maakt, wordt zwijgend gesteld en beantwoord. De kanttekening van de kunstenares bij het eeuwig- jong- ideaal zit hem in het feit dat ze niet ons, de kijkers, maar zichzelf ervan proberen te overtuigen – en daar niet in slagen. “Ik voel me geen zeventig,” zegt een van hen. “En ik gedraag me veel jonger.” “Iedere dag gelukkig zijn helpt,” zegt een ander. “Uiteindelijk draait het toch alleen om innerlijke schoonheid,” zegt een gebotoxte vrouw in een ligstoel. Wat dat is? “Een kwaliteit die aan het uiterlijk is af te lezen.”
Hilarisch én schrijnend. Maar als we het konden laten bij de plastische chirurgie om de eeuwige jeugd te bereiken, dan was het leed te overzien. De nog altijd verder voerende individualisering van de maatschappij zorgt ervoor dat het aantal deugden die een vrouw moet bezitten, steeds toeneemt. De laatste paar jaar reiken vrouwen niet alleen naar het ideaal van de Griekse amazone -mooi, oersterk, onoverwinnelijk en pijlsnel – maar met het schaarser worden van kinderen wint ook het ideaal van het moederschap weer aan populariteit.
Iconen als selfmade zangeres Madonna en actrice Angelina Jolie, supervrouwen met duizelingwekkende inkomens én allebei moeder van een trits eigen en geadopteerde kinderen, gaan ons voor in belichaming van dit overladen ideaal. De geslaagde carrièrevrouw met een bakfiets vol kinderen die de dag doorbrengt met het bakken van de perfecte verjaardagstaart is in de vrouwenbladen geen uitzondering meer.
De ‘amazone plus plus’ noemt kunsthistorica Ann-Sophie Lehmann ze in Kunstschrift. “Was het idee van de emancipatie niet eigenlijk dat al die onbereikbare idealen in hun geheel zouden verdwijnen, in plaats van te worden vervangen door een supervrouw die ze allemaal in zich verenigde?” vraagt ze zich af.
Het zou een oplossing kunnen zijn als vrouwen zich wat minder op elkaar en op het stroomlijnen van hun lichaam zouden richten en wat meer op de verlangens van de mannen. Die hadden altijd al een realistischer kijk op de kwestie. In de zekerheid dat ons streven tot eeuwig onbehagen, wanhopig lijnen en ontevredenheid aan zijn ontbijttafel leidt, liggen zijn wensen een stuk minder gecompliceerd. Hij wil een lekker wijf in zijn bed. En rust en vrede in zijn huis. Dan komt het met de opvoeding van zijn kinderen ook wel goed. Maak van de ideale vrouw weer een mannenzaak. Spiegel je aan het wensenpakket van je eigen vent. Het zou veel vrouwenlevens verlichten.
door Ingrid Hoogervorst in: HP/ De Tijd, 20 februari 2009
Beeldschoon uiterlijk, sexy uitstraling. Dat zijn naast intelligentie, onafhankelijkheid en strijdbaarheid, de ingrediënten voor de ideale vrouw. Ze worden belichaamd door een handjevol dames in mode of film en daarbuiten lopen er vast ook wel een paar rond, maar voor de gewone sterveling zal het een even verlokkend als onbereikbaar ideaal blijven.
De schaarste van het goed verhoogt de aantrekkelijkheid. In dezelfde tijd dat de bewoners in het Westerse wereld steeds dikker worden, zakten de perfecte vrouwenmaten 90-60-90 naar de meer androgyne verhouding van 85-65-85. De glossy’s komen hun lezeressen tegemoet met fysieke en mentale strategieën, stappenplannen op weg naar het uiterlijk van stijliconen als Kate Moss, Gisele Bundchen of Cate Blanchett, Scarlett Johansson, Sarah Jessica Parker. In iedere Amerikaanse film zit wel zo’n supervrouw. Hun uiterlijke kenmerken staan op de vrouwelijke wensenlijsten van de plastisch chirurgen in Beverly Hills: de ogen van Katie Holmes, de lippen van Angelina Jolie en het lichaam van Jessica Biel. De meest gevraagde nieuwe neus is die van Katherine Heigl uit Grey’s Anatomy. De kaak van Keira Knightley scoort het hoogst en de huid van Paris Hilton is favoriet.
Om vrouwen een hart onder de riem te steken laten de glossy’s iedere week zien dat ook de iconen worstelen, met die ideale androgyne maten. Ex-fotomodel Tyra Banks bouwde er een eigen talkshow omheen. Nicole Richie vocht, kwam met hulp van een personal trainer zienderogen slanker boven en kon voor jonge lezeressen, ondanks speculaties dat ze aan anorexia zou lijden, uitgroeien tot stijlicoon nummer 1.
Van wie moeten vrouwen dit? Van elkaar toch zeker. Ze doen het in ieder geval niet voor de mannen. De masculiene reacties op de hypergestileerde rolmodellen luidt naar mijn ervaring steevast: ‘Mooi?! Hoe komen jullie erbij? Gratenkutten, confectiehoofden, geen tieten, geen kont.’ Uit een enquête gehouden onder 66.000 mannelijke klanten van een topdatingsite kwam ook geen Nicole Kidman, maar een blauwogige blondine die flink aan de maat was, goed was in bed en niet te veel verdiende, tenminste niet veel meer dan de mannen zelf maandelijks binnenbrachten.
Toen Philip Roth zijn Consuela Castillo bedacht, had de schrijver zeker geen Penélope Cruz voor ogen. In tegenstelling tot de film (Elegy, 2008) valt zíjn David Kepesh voor een forse Cubaanse met de schitterendste borsten die hij ooit van zijn leven heeft gezien: “Ze heeft een cup D, deze hertogin, werkelijk grote, prachtige borsten. Van het type met een tepel als een schoteltje. Geen tepel als een koeienspeen, maar de grote, lichtrozigbruine tepel die zo heerlijk opwindend is”.
In The dying animal (2001) wordt Consuela beschreven als een jonge vrouw in een ietwat te krap lichaam. “Het is net alsof dat lichaam haar niet helemaal past. Niet omdat ze te dik zou zijn. Maar ze is allesbehalve een anorectisch type. Wat je ziet is vrouwelijk vlees, goed vlees, in overvloed – dáárom zie je het ook.”
Nu kan ik het niet bewijzen, maar ik geloof dat dat Roths erotische heldin het ideaal van veel mannen dicht nadert. Maar Hollywood laat ons – de bioscoopzaal zat vol vrouwen -liever verlustigen aan Penélope Cruz die notabene voor haar rol in de film Volver (2006) van de Spaanse regisseur Almodóvar een kussen omgebonden kreeg omdat hij haar veel te mager vond.
Er gaapt een diep ravijn tussen wat vrouwen zich wensen en wat mannen het liefst in hun bed aantreffen. Dat de zaak nog niet zo lang geleden heel anders lag, is te zien op de tentoonstelling De ideale vrouw die tot 3 mei loopt in het Noordbrabants Museum.
Tot in de jaren vijftig werd het ideaalbeeld van de vrouw bepaald door het wensenpakket van de man. Hij zocht een perfecte huisvrouw en een toegewijd moeder voor zijn kinderen – zeg de type echtgenote die Julianne Moore speelt in de film Far From Heaven. Zij steunde hem, hield haar huis schoon, zette haar gezin gezonde maaltijden voor en kleedde zich aantrekkelijk maar niet al te opzichtig. Schoonheid kwam op de tweede plaats.
Om haar biologische bestemming naar tevredenheid uit te voeren, was een mooi en sexy uiterlijk geen direct vereiste. Het waren de innerlijke deugden als kuisheid, trouw, huiselijkheid, ijver, soberheid of vroomheid die een harmonisch huwelijk garandeerden, waarin de vrouw ondergeschikt was aan haar man en hem gehoorzaamde. En net als tegenwoordig stonden vrouwen voorbeelden ter beschikking waaraan ze zich konden spiegelen.
Naast schilderijen en prenten van zachtmoedige, zogende en spinnende huismoeders toont de tentoonstelling afbeeldingen van heldinnen uit de Bijbel en de klassieke Oudheid die als iconen in opvoedkundige boeken en op huisraad werden afgebeeld. Zo werd eeuwenlang het verhaal van Rebekka aangehaald als het ging om huwelijkstrouw, stonden Sara, Elisabet, Maria of haar moeder Anna voor de modelmoeder en werden in de 16de eeuw Suzanna-kruiken gemaakt en verkocht, als toonbeeld van deugdzaamheid en kuisheid.
Eva was de moeder aller moeders. Maar zij is ook de eerste vrouw ter wereld die de man tot het kwaad verleidde en vervolgens tot inkeer kwam. Die rol vormde aanleiding tot een ander soort heldin, de tot inkeer gebrachte zondares, die met Maria Magdalena haar beroemdste toonbeeld van vrome boetvaardigheid kreeg.
Ingewikkelder lag het met populaire heldinnen als Cleopatra, Delila, Judith of Jaël. In al die verhalen waarin een vrouw de hoofdrol speelde, wist zij een beroemde man met koelbloedige list ten val te brengen. Delila knipte Simsons haren af waarna hij aan de Filistijnen is overgeleverd, Judith redde haar volk door de vijandelijke Holofernes in zijn slaap te onthoofden, Jaël dreef legeraanvoerder Sisera een pin door de slaap en Cleopatra ging de geschiedenis in als de superverleidster die Rome op de rand van de afgrond bracht.
Het Kunstschrift over ideale Vrouwen dat de tentoonstelling begeleidt, gaat uitgebreid in op die dubbelzinnige rol van de klassieke en bijbelse femme fatales die eindeloos stof voor schilderijen, gedichten, films, verhalen, opera’s en toneelstukken hebben geboden. Hun vindingrijkheid maakten ze tot voorbeelden van vrouwelijke heldenmoed, maar hun verleidingskracht was aanleiding tot waarschuwing. Schoonheid is verraderlijk. Te veel hang naar uiterlijk vertoon werd in de voorlichtende teksten dan ook vaak beschouwd als het werk van de duivel.
De opvoeders moesten schipperen. Als de machtige man die ze ten val brachten een slechterik was, dan werd hun daad moreel verantwoord beschouwd. Dan stond hun oogverblindende schoonheid slechts als instrument in dienst van God.
Een uitleg die schilders gelegenheid bood tot het onbestraft schilderen van blote vrouwen. Verhalen over Susanna, Danaë en Bathseba hadden dan ook een lange schilderkunstige traditie en waren bij uitstek het terrein waarop met grote voorgangers kon worden gewedijverd. Het schilderen van de schoonheid die zelfs Zeus of koning David van zijn stuk bracht, dát was een meesterproef. Volgens kunsthistoricus Eric Jan Sluijter die een boek schreef over Rembrandt en het vrouwelijk naakt, werd de Hollandse meesterschilder uitgedaagd de toeschouwer nog meer dan zijn voorgangers bij de innerlijke toestand van de vrouwen te betrekken. Niet met grote gebaren of veel attributen, maar door al die opsmuk weg te laten en zich helemaal te concentreren op de levensechte naaktheid en de subtiele gelaatsuitdrukkingen van de vrouwen.
Geconfronteerd met hun bijna lijfelijke aanwezigheid voelde de mannelijke kijker zich een voyeur. Hij wordt zelf koning David die de badende Bathseba bespiedt of een ouderling die zich in het struikgewas verlustigt aan Susanna. De ouderlingen moesten hun gegluur met de dood bekopen, maar de calvinistische kunstliefhebber gaat vrijuit.
Dat wij tegenwoordig bij de ideale vrouw meteen aan schoonheid denken, heeft alles te maken met de feminisering van de maatschappij. De geëmancipeerde vrouw trad uit het harnas van haar biologische bestemming, ze kon zelf kiezen en eigenschappen prefereren die niet direct in verband stonden met succesvol baren en het grootbrengen van kinderen.
Glossy’s, televisie, internet, film en reclame namen het wensenpakket van de man over. Zo werd een mooi en sexy uiterlijk tot een typisch twintigste-eeuws ideaal verheven. Aanlokkelijk maar in zijn onbereikbaarheid ook dubieus.
Wandelend over de bovenverdieping van de tentoonstelling valt op dat juist vrouwelijke videokunstenaars die ambivalentie blootleggen. Met verstilde beelden van wezenloze anorexiapatiënten in Wild Zone1 (2001) van de tweelingzusjes L.A. Raeven of een portret van een vrouw die gebukt gaat onder onzekerheid over haar uiterlijk in To date (1998) van Simone Wyss.
Het overtuigendst wordt de kritiek op de doorgeschoten idealen van mooi, jong, sterk, spannend en verleidelijk zichtbaar gemaakt in Forever (2006) van Julika Rudelius. Zij laat vijf goedgeklede en overvloedig opgemaakte Amerikaanse vrouwen van ver boven de zestig vertellen hoe ze zichzelf zien. Met hun gladgetrokken huid en glanzend uiterlijk staan ze als gemummificeerde schoonheidsidealen tegen de achtergrond van een luxueuze villa met zwembad.
De vraag wat hen gelukkig maakt, wordt zwijgend gesteld en beantwoord. De kanttekening van de kunstenares bij het eeuwig- jong- ideaal zit hem in het feit dat ze niet ons, de kijkers, maar zichzelf ervan proberen te overtuigen – en daar niet in slagen. “Ik voel me geen zeventig,” zegt een van hen. “En ik gedraag me veel jonger.” “Iedere dag gelukkig zijn helpt,” zegt een ander. “Uiteindelijk draait het toch alleen om innerlijke schoonheid,” zegt een gebotoxte vrouw in een ligstoel. Wat dat is? “Een kwaliteit die aan het uiterlijk is af te lezen.”
Hilarisch én schrijnend. Maar als we het konden laten bij de plastische chirurgie om de eeuwige jeugd te bereiken, dan was het leed te overzien. De nog altijd verder voerende individualisering van de maatschappij zorgt ervoor dat het aantal deugden die een vrouw moet bezitten, steeds toeneemt. De laatste paar jaar reiken vrouwen niet alleen naar het ideaal van de Griekse amazone -mooi, oersterk, onoverwinnelijk en pijlsnel – maar met het schaarser worden van kinderen wint ook het ideaal van het moederschap weer aan populariteit.
Iconen als selfmade zangeres Madonna en actrice Angelina Jolie, supervrouwen met duizelingwekkende inkomens én allebei moeder van een trits eigen en geadopteerde kinderen, gaan ons voor in belichaming van dit overladen ideaal. De geslaagde carrièrevrouw met een bakfiets vol kinderen die de dag doorbrengt met het bakken van de perfecte verjaardagstaart is in de vrouwenbladen geen uitzondering meer.
De ‘amazone plus plus’ noemt kunsthistorica Ann-Sophie Lehmann ze in Kunstschrift. “Was het idee van de emancipatie niet eigenlijk dat al die onbereikbare idealen in hun geheel zouden verdwijnen, in plaats van te worden vervangen door een supervrouw die ze allemaal in zich verenigde?” vraagt ze zich af.
Het zou een oplossing kunnen zijn als vrouwen zich wat minder op elkaar en op het stroomlijnen van hun lichaam zouden richten en wat meer op de verlangens van de mannen. Die hadden altijd al een realistischer kijk op de kwestie. In de zekerheid dat ons streven tot eeuwig onbehagen, wanhopig lijnen en ontevredenheid aan zijn ontbijttafel leidt, liggen zijn wensen een stuk minder gecompliceerd. Hij wil een lekker wijf in zijn bed. En rust en vrede in zijn huis. Dan komt het met de opvoeding van zijn kinderen ook wel goed. Maak van de ideale vrouw weer een mannenzaak. Spiegel je aan het wensenpakket van je eigen vent. Het zou veel vrouwenlevens verlichten.